Wie mooi wil zijn…

Weet jij nog welke warme trui je collega gisteren droeg? Grappig toch, zelf heeft hij met aandacht de mooiste trui uitgekozen en jij bent het de volgende dag alweer vergeten. Hoe hard doe jij ‘s morgens je best voor de spiegel?

Honderd jaar geleden keken we ook driftig in de spiegel. Kijk maar naar dit meesterstuk dat ik laatst in de kringloopwinkel vond. Zien en gezien worden, maar dan in de jaren ‘20. Wie heeft trots kunnen zeggen: ‘Kijk, dit heb ik geborduurd!’? Als je zelf iets maakt leer je de waarde kennen. Brei maar een warme trui of maak een jurk. Wat denk je dan van een fast-fashion-prijs á € 9,95?

Typisch voor de damesmode uit de jaren twintig is de sluike lijn. Hooggesloten kragen op dikke warme jassen, vanwege daaronder gedragen dunne flodder-charlestonjurken. Ach ja, wie mooi wil zijn, moet soms kou leiden.

Bij de mannenkleding zien we strakke lijnen. Chique hoge hoed, strak gesoigneerde snor en een rechte halflange jas. Ik mis alleen een monocle.

En wat zeg je van de modieuze hond? Schaamteloos door ons mensen uitgeroepen tot modeproduct.

De dames hadden eerder al het korset afgeworpen en dat gaf ze letterlijk en figuurlijk bewegingsvrijheid. Nachtenlang dansten ze de charleston op swingende jazz; elegante schoenen aan de voetjes en met een sigarettenpijp in de mond. Zelfbewust en uitdagend keken ze de danszaal in. Oh, was ik maar een flappergirl…

In de woelige jaren twintig werden elektrische huishoudelijke producten zoals strijkijzers, stofzuigers en koelkasten voor steeds meer mensen beschikbaar. Dat gaf vrouwen tijd en ruimte. Vrije meiden stapten door voorheen gesloten deuren en kregen zo toegang tot werk. Ze werden onafhankelijk en konden hun inkomen lekker aan zichzelf besteden. Na de voorgaande oorlogsjaren had men behoefte aan luxe, vermaak en plezier. Men liep hongerig langs etalages om de nieuwste producten te bekijken en hield elkaar daarbij scherp in de gaten. De producten werden alsmaar mooier, luxer en decadenter. Niets menselijks was de flapper uit de jaren twintig vreemd.

We zitten nu weer middenin roerige jaren twintig, een eeuw later. Op vele fronten zijn de overeenkomsten interessant. Ook wij zijn gevoelig voor mode en trends.

We kunnen er echter niet omheen: we weten hoe explosief en milieubelastend de huidige kledingindustrie is. We voelen de noodzaak en verantwoording om in te grijpen voor de generaties na ons. Maar hoe? Wat kan je als individu doen?
Sommigen mensen kopen geen nieuwe kleren meer; niets. Zou jij helemaal kunnen breken met goedkope modeproducten uit de fast-fashion keten? Zou jij voortaan alleen nog maar tweedehands kunnen kopen? Zou je jouw kinderen vertellen dat tweedehands kleding een duurzame optie is? Je kunt klein beginnen. Met één trui.

Mens, milieu en product is een drie-eenheid. Het grijpt allemaal in elkaar. Dat deed het in 1920 en dat doet het nu. Het duurzaamste kledingstuk als antwoord op fast-fashion is de trui die je gisteren droeg. Je kunt hem zelf weer dragen of hem gunnen aan de kringloopwinkel. Zij geven met jouw trui warmte aan een ander, creëren werk door spullen een tweede leven te geven en dragen bij aan een duurzamere wereld.

Gelukkig heeft recyclen de wind in de zeilen en dat stemt hoopvol. Steeds meer mensen weten dat je in tweedehands mode ook mooi kunt zijn. En warm! Maak op warme truiendag eens een duurzaam statement. Trek je mooiste trui uit de kringloop aan en zet de verwarming een graadje lager. Thuis, en op kantoor.

En zorg dat al je collega’s het zien!

Over Mevrouw R.: Mevrouw R. is een grote fan van kringloopwinkels en die van Het Goed in het bijzonder. Zij schrijft hierover op haar onuitputtelijk rariteiten weblog: www.mevrouw-r.nl. Mevrouw R. is ook te vinden op Pinterest: https://nl.pinterest.com/mevrouwr/

Wil jij altijd als eerste op de hoogte blijven?
Meld je dan hier aan voor onze nieuwsbrief.