Hans en Anneke: “Op een goede dag tikken we met gemak zo’n honderd dozen weg.”

Hans (40) en Anneke Blom (42) zijn levende legendes binnen de huishoudafdeling van Het Goed Eindhoven. De sorteersnelheid van dit markante stel is ongekend.

Wie zijn oude spullen komt afgeven bij Het Goed Eindhoven kan letterlijk en figuurlijk niet om Hans Blom heen. De sympathieke Brabander is een grootse persoonlijkheid in alle opzichten. In het verre verleden was hij zelfs een heuse sumoworstelaar. Dat deed hij bijna tien jaar lang en met succes. Hans was onder meer tweevoudig Nederlands kampioen en vijfde van de wereld in zijn gewichtsklasse. Vandaar ook zijn bijnaam: Sumo Hans. Door artrose aan zijn rug en een slechte knie (een andere sumoworstelaar viel op zijn knie, au!) moest hij hier noodgedwongen mee stoppen, maar bij Het Goed Eindhoven kan hij gelukkig al zijn energie kwijt. Het dagelijkse gevecht met alle goederen die binnenkomen, winnen Hans en zijn vrouw Anneke glansrijk.

Wat zijn jullie taken precies?

H: “Allereerst het uitzoeken en prijzen van de huishoudelijke spullen. Dat is onze core business. Maar we springen bij op andere afdelingen wanneer dat nodig is. Het speelgoed, de boeken, dvd’s en cd’s, meubels, noem maar op. Ook vind je ons aan de achterdeur bij het afgiftepunt. En soms ga ik mee op de vrachtwagen als er spullen opgehaald moeten worden. We zijn behoorlijk allround.”

Honderd dozen gevuld met spullen? Geef ze een dag en de boel is netjes uitgezocht.

Jullie zijn beroemd om jullie enorme sorteersnelheid.

H: “Ja, op een goede dag tikken wij met gemak zo’n honderd dozen weg.”
A: “Collega’s zeggen dat we een soort lopende band zijn.”
H: “Wanneer wij drie weken op vakantie zijn geweest, wachten er een kleine vijfhonderd tot zeshonderd kisten en dozen op ons. We doen er anderhalve week over om die uit te zoeken. Dan zijn we weer helemaal bij.”

Wat is jullie geheim?

H: “Gewoon hard doorwerken. Anders dan veel mensen kunnen Anneke en ik praten en ‘breien’ tegelijk. We zijn ontzettend goed op elkaar ingespeeld. We hebben bovendien onze eigen ruimte waar we niet gestoord worden. Het is ook een stukje ervaring. Anneke en ik werken allebei nu zeventien jaar bij Het Goed. Voor ons is het sorteren een tweede natuur geworden. Je kijkt of iets verkoopbaar, niet beschadigd of kapot en gewild is. De prijzen heb ik in mijn hoofd zitten. Normaliter prijs je vanuit een boekje dat alle medewerkers krijgen, maar dat ligt bij ons in de la te verstoffen.”
A: “Nadat Hans de spullen heeft geprijsd, plaats ik ze netjes gesorteerd in kratten. Er is een apart krat voor de borden, eentje voor de mokken, de schalen, enzovoorts.”

Samen weten ze feilloos wat de klanten zoeken en waar ze behoefte aan hebben.

Jullie kregen elf jaar geleden een relatie en zijn alweer acht jaar getrouwd. Op een dag keken jullie elkaar aan boven die oude spullen en toen was het raak?

H: “Zoiets ja. Ik maak soms het grapje: ik vind alles tweedehands bij Het Goed, inclusief mijn vrouw. Dat wordt mij niet in dank afgenomen, haha.”
A: “Hallo, ik ben natuurlijk eerstehands!”

Jij werken én leven met elkaar. Nooit bonje?

H: “Nee. Ons motto is: hier zijn we collega’s. Thuis zijn wij man en vrouw, maar zodra wij in de auto stappen en naar Het Goed rijden, stopt dat. Pas na vijven zeggen we tegen elkaar: ‘Wat eten we vandaag?’ Werk en privé blijven zo strikt gescheiden.”
A: “Sommige collega’s zeggen dat ze nooit zo intensief met hun partner zouden kunnen samenwerken. Maar het gaat zo goed en verveelt geen moment. We hebben veel steun aan elkaar. Ik zie maar voor twintig procent en plaats soms het sierglas bij de drinkglazen. Dan roept Hans: ‘Ho, ander krat.’ Andersom rem ik hem af wanneer hij de artrose aan zijn rug negeert en te veel wil aanpakken. De blinde leidt de lamme.”
H: “Daarom koos ze ook voor zo’n grote kerel als ik. Die is makkelijker te vinden!

Hans houdt van bier en recycling.

Wat is er zo leuk aan het werken bij Het Goed?

H: “De afwisseling en het feit dat je je steentje bijdraagt aan een beter milieu. Dat is voor mij een hele grote motivatie om hier te blijven. Wanneer wij een oude tafel weten te verkopen, hoeft hij niet de afvalcontainer in en hoeven er ook geen bomen te worden gekapt om een nieuwe te maken.”
A: “Mensen gooien tegenwoordig te veel en te snel weg. Laatst kregen we twee pannensets binnen met een nieuwwaarde van vierhonderd euro. Nog in de doos en nooit gebruikt. Waarschijnlijk hadden de eigenaren ze zo vanuit de winkel in de schuur gegooid en er niet meer naar omgekeken. Doodzonde. Ik ben altijd aan het gissen waarom zulke dingen gebeuren. Kan er met mijn verstand niet bij.”

Wat waren bijzondere items in die zeventien jaar?

H: “Een brief van de kunstschilder Piet Mondriaan met zijn handtekening eronder. Die zat verstopt tussen wat oud papier en leverde een aardig bedrag op: 2500 euro. Verder moesten we eens de bomvolle woning van een overleden man leeghalen. Echt zo’n hoarderhuis, je had een gangpad van dertig centimeter breed tussen alle zooi en kon je amper bewegen. Op een gegeven ogenblik reikten twee collega’s een hutkoffer aan die ze op de doorbuigende zolder vonden. Ik voelde dat hij zeer zwaar was. Nieuwsgierig opende ik hem. De koffer bleek tot de rand gevuld met oud djokja-zilver: grote schalen, theepotten, suikerpotten, lepels, een compleet servies. Net een piratenschat. Even later kwam ik een collectie oude Kuifje-albums tegen met van die harde kaften. Die man had van alles verzameld. Op zulke momenten gaat mijn hart echt sneller kloppen.”
A: “Ik moet gelijk denken aan een gigantische wandkast die hier ooit stond. Prachtig. Het kostte vier collega’s een halve dag om hem in elkaar te zetten. Toen het laatste schroefje er net in zat, kwam er een klant aanlopen: ‘Wat een mooie kast, die wil ik wel.’ Konden ze hem weer helemaal uit elkaar halen. Zo grappig.”

In zo’n soort kist vonden ze ooit een ‘piratenschat’.

En gekke items?

H: “Een echtpaar van begin zeventig gaf ooit bij de achterdeur een doosje af. Ze deden erg schichtig en waren meteen gevlogen. Wat ontdekte ik? Een enorme stapel met zware, ranzige pornodvd’s. Genre Lola in het leer. Verder komen we de raarste dingen tegen in de zogenaamde huisuitzettingscontainers. Dat zijn containers met daarin de bezittingen van mensen die hun rekeningen niet meer konden betalen. Een keer moest ik een container leeghalen van een gevallen vrouw die zich liggend staande wist te houden. Tevoorschijn kwamen vijf dozen met allerlei sexattributen plus een rond, roterend bed met gebogen spiegels. Roze. We hebben zo gelachen. Dat roterende bed zou in Amsterdam zo verkocht zijn, denk ik. Helemaal hip. Echt vies waren twee containers van een Chinese toko, ook afkomstig van een huisuitzetting. In één container zat het droge spul – de rijst en kruiden – en dat viel wel mee, maar in de andere zaten de diepvriesproducten. Hij stond hier al een tijdje en niemand durfde eraan te beginnen. Toen heb ik maar de stoute schoenen aangetrokken. Met een grote ijzeren haak sloeg ik een paar keer flink tegen de zijkant. De ratten raceten naar buiten. Bij een collega bietste ik sterke mentholsnoepjes die ik nat maakte met speeksel. Ik wreef ermee onder mijn neus om de vreselijke stank tegen te gaan. Zo is het me uiteindelijk gelukt.”

Door jullie snelheid zijn jullie ondertussen zeer in trek bij andere filialen.

H: “Klopt. Anneke en ik hebben in het verleden allerlei filialen uit de brand geholpen, Boxtel, Schijndel, Best, Valkenswaard, Geldrop. De meeste in de regio hebben we al gehad. Zodra er ergens een zieke is en de boel vastloopt, springen we graag bij.”
A: “Wanneer we weggaan, horen we vaak: ‘Top jongens, tot de volgende keer hè?’ Mensen reageren heel dankbaar en dat is hartstikke leuk.”
H: “Indien de leiding zou zeggen dat we vandaag in Eindhoven staan, morgen in Valkenswaard en de dag erop in Geldrop, dan houden we het nog bij. Daarvan ben ik heilig overtuigd. Men mag ons altijd bellen. Laat maar komen!”

Volg Het Goed Eindhoven op Facebook

Wil jij altijd als eerste op de hoogte blijven?
Meld je dan hier aan voor onze nieuwsbrief.