25 jaar Het Goed: een liefdesbrief

Al bijna vijfentwintig jaar heb ik een liefdesrelatie met kringloopwinkel Het Goed. Opgegroeid tussen verzamelingen en rommelmarkten ging ik al snel mee op inkoopreisjes langs kringloopwarenhuizen en tweedehandswinkels. Als tienjarige wist ik al hoe ik moest afdingen. Mijn zakgeld ging op aan zorgvuldig geselecteerde nostalgische rariteiten, al wist ik die toen nog niet te categoriseren. Mijn budget was zeer beperkt, dus moest ik echt kiezen of delen.

Ergens in die tijd hebben Het Goed en ik elkaar voor het eerst ontmoet, maar ik weet niet meer precies wanneer. Gek dat ik zoiets belangrijks ben vergeten. Het is tenslotte het eerste moment geweest dat we elkaar diep in de ogen keken. En iets van herkenning bespeurden.

Ik heb lievelingsfilialen, maar als de agenda het toelaat combineer ik mijn afspraken elders met onbekende winkels. Ik bezoek graag winkels in den vreemde. Lekker struinen tussen begerenswaardige producten en gluren naar het lokale publiek. En overal is het weer anders.

Zodra ik binnenstap maakt Het Goed iets in mij los. Het is net een museum. Een museum van iedereen en alledag, alleen toegankelijker en laagdrempeliger. Er zijn geen bordjes die de voorwerpen in een kunsthistorische context plaatsenEr wordt nergens een oordeel gegeven. Het is de ultieme democratisering van objecten. Beauty in the Eye of the Beholder. Je kunt zelf ontdekken hoe je over deze voorwerpen denkt. Dat is een enorme vrijheid en zo mooi in een liefdesrelatie. Elkaar los durven laten, gewoon omdat de ander de allerliefste is.

Allerliefste Het Goed, altijd wil ik weer terug naar jou. Soms duurt het wat langer voor we elkaar weer zien. Dan hunker ik in stilte. Tot ik weer binnenkom voor een rendez-vous. Het doet mij niets of ik met of zonder kringloopvangsten naar huis keer. Alleen al naar je kijken is wonderschoon. Want altijd zorg je voor verwondering: een flard van een gesprek tussen twee klanten wordt ineens poëzie, een portie kringloop-ontroering gevonden op de schappen bij de schilderijen in het werk van een onbekende kunstenaar. Of een kopje dat ik niet kan laten staan omdat het mijn verbeelding zo prikkelt.

En altijd heb ik weer dat onverzadigbare verlangen naar een volgende keer. Al vijfentwintig jaar. Dat is toch echte liefde?