Goedzooi wordt Het Goed

Bob Crébas en zijn vrouw Carla Wobma waren twee van de mensen die in 1992 het eerste zaadje plantten voor Het Goed. Ze bewaren warme herinneringen aan die beginjaren en zijn nog steeds even bevlogen als toen. “Afval zit in onze genen.”

Een ontmoeting met Het Goed-oprichters Bob Crébas en Carla Wobma is een inspirerende ervaring. De twee zijn alweer 66 en 65 jaar oud, maar hebben nog de energie en het enthousiasme van een stel dertigers. Je snapt meteen waarom juist zij in 1992 de aangewezen personen waren om Neerlands allereerste landelijke organisatie van kringloopbedrijvigheid en werkgelegenheid op te zetten. Ze barsten van de ideeën, weten anderen continu te motiveren en zijn harde werkers. Bovendien is het altijd hun missie geweest om een betere wereld achter te laten. Kringlopen en recycling maken daarvan een essentieel onderdeel uit.

Hoe het allemaal begon van idee tot voorbeeldconcept, lees je hier. Ruim 10 jaar werd in Emmeloord gebouwd aan het kringloopconcept, en er was grote belangstelling vanuit het land.

Het vervolg …

Dat kan nog beter!
Geleidelijk raakte Goedzooi steeds bekender en werd het een voorbeeldproject. De Rotterdamse reinigingsdienst Roteb vroeg Bob om tijdelijk te helpen bij het opzetten van een kringloopbedrijf in hun stad en toen hij daar klaar was, had de reinigingsdienst van de gemeente Deventer eenzelfde verzoek. “Hartstikke leuk, maar dat redde ik niet als klein bedrijf. Ik had hulp nodig.” Via de branchevereniging BKN kwam Bob in contact met Joep van Gorp en Reinier Bouwman. “Joep en Reinier waren in Hilversum en Haarlem de directeur van werkgelegenheidsinstellingen met een kringloopbedrijf.” Er was een klik en het plan rees voor een organisatie die kringloopbedrijvigheid in Nederland op een professionele manier zou organiseren. Het Goed was geboren.

De eerste vestiging werd in 1992 geopend in Deventer, op de hielen gevolgd door Enschede. Daar zat al een rommelwinkeltje, maar dat kon stukken beter, oordeelde de gemeente. Modernisering en verhuizing naar een groter pand waren zeer gewenst. Bob, Carla en de anderen moesten eerst nog wel de medewerkers van de oude kringloop overtuigen. Velen waren anti verandering, zegt Bob. “Die mannen konden er niet tegen dat een stelletje boeren uit de polder ze de wet voorschreven. Toen we tientallen ijzeren bedspiralen naar het oud ijzer wilden brengen waren ze woest.”  Ook de aanschaf van een kassa zorgde dat voor ophef, merkt Carla op. “We konden wel volstaan met een geldkistje vond men. Dat is echt nog een tóestand geweest.”
Toch lieten ze zich nooit ontmoedigen. Ze geloofden in hun ideaal, stelt Bob. “En ook niet iedereen wilde alles het liefst bij het oude houden hoor. Een groot deel van de mensen was juist blij met onze komst.”

Foto: Opening Het Goed Emmen 1995

Geen muffe walmen

Voor Bob en Carla stond het vanaf dag één vast dat de winkels van Het Goed een gezellige uitstraling moesten krijgen. De loodsen waren groot en hadden ‘warmte’ nodig. “Qua kleurgebruik lieten we ons inspireren door Italië en Zuid-Frankrijk,” vertelt Bob. “Turkooisblauw, paars, oker en terra. Verder veel stoere en natuurlijke materialen: van rietmatten tot steigerplanken.” Volgens Carla zetten ze een trend. “Ik ben ervan overtuigd dat we een van de eersten waren die van steigerhout kasten en ander winkelmeubilair maakten. Zulke elementen zie je nog steeds terug in de winkels.”

Carla toont de collages en handleidingen die ze toen maakte. “Een oud bruin bankstel komt beter tot zijn recht tegen een blauwe achtergrond. Dan lijkt-ie hipper en frisser.” Over fris gesproken: het was voor Carla van cruciaal belang dat het nooit muf mocht ruiken bij Het Goed. “De kleding werd sowieso al streng geselecteerd. Maar toch, als je een paar honderd oude kledingstukken bij elkaar hebt hangen, blijf je die typische geur van tweedehands houden.” Carla haalde er een geurexpert bij en samen bedachten ze een witte bloemengeur. Een beetje sprayen in de winkels et voilà. “Het werkte echt. ‘Mmmm, wat ruikt het hier heerlijk fris,’ riepen de klanten. ‘Wassen jullie alles?’”

Miljoenenklapper
In de jaren erna bleef Het Goed maar uitbreiden. Tussentijds gingen ze nog een spannend avontuur aan: Marktplaats. Bob en zijn compagnons kochten de website in 1999 voor 600.000 gulden om zo offline en online veel meer bij elkaar te brengen. Naast hun winkel in Emmeloord,inmiddels ook omgedoopt tot een Het Goed-vestiging, richtten ze zelfs een Café Marktplaats in waar verkopers en kopers ‘live’ met elkaar konden afspreken. Helaas kwam de versmelting van Het Goed en Marktplaats nooit echt van de grond. Toen eBay in 2004 Marktplaats graag wilde overnemen, was de keuze voor Bob en de anderen snel gemaakt. Het zou de klapper van hun leven worden. “We verkochten Marktplaats voor 224,5 miljoen euro, Carla en ik hielden daar samen 78 miljoen euro aan over. Ongelooflijk veel geld. Van een man die vijfentwintig maanden werkloos was toen hij Goedzooi startte, werd ik plotseling multimiljonair.”
Kregen ze daar nooit kritiek op? Ze handelden in tweedehands spullen en maakten zich hard voor recycling, maar zelf zwommen ze ondertussen in het geld. Carla knikt. “Tijdens de overleggen met bepaalde gemeentes speelde dat wel op ja. Werd er tegen de directeur Willem van Rijn gezegd: ‘Jullie zijn een rijke club. Er zit heel veel geld van die miljonairs in.’ Terwijl dat wat ons betreft twee gescheiden dingen zijn. Daarom vonden we het op een gegeven moment ook beter om Het Goed te verkopen.”

Eeuwige idealisten
Meer dan tien jaar geleden – het exacte jaar weten ze niet meer – verkochten Bob en Carla Het Goed aan de toenmalige directie. Moeilijk om hun kindje los te laten? Bob schudt zijn hoofd. “Het is net als wanneer je kinderen het huis uitgaan. Je moet ze hun eigen weg laten volgen. We hebben er allebei volkomen vrede mee.”

Sindsdien hebben ze nog geen dag stilgezeten. Zo openden ze Netl de Wildste Tuin, een natuurspeeltuin voor lichaam en geest in het dorp Kraggenburg. Verder schreef Bob het laatste jaar aan het boek Het Land van goed naar beter over de noodzaak van samenredzaamheid. Het ligt vanaf 9 oktober in de winkels en is zijn tweede pennenvrucht na de autobiografie Iedere dag vrij uit 2006. Een pijnpunt is het floppen van hun brandnetelkledinglijn. Bob en Carla wilden brandnetel in de markt zetten als alternatief voor het uiterst vervuilende katoen, maar dit sloeg niet aan. Carla praat er niet graag over. “We hebben acht jaar lang geknokt. Het was verschrikkelijk moeilijk om dat hoofdstuk uiteindelijk af te moeten sluiten.” Toch zorgden zulke tegenslagen er niet voor dat zij en Bob hun idealisme verloren. “Dat vuur van die begintijd zit er nog steeds in. Ik zeg ook altijd bij alles wat we doen: het is een way of life. We willen van betekenis zijn voor de samenleving en broeden voortdurend op nieuwe projecten. Die passie zit verweven in onze levens. En we zijn pas 65 en 66, waarom stoppen?”

Terug op het oude honk in Emmeloord
Bob en Carla verdwenen niet volledig uit beeld bij Het Goed. Met collega Gerard Broersen zijn ze nog steeds de eigenaren van Het Goed Emmeloord. Sinds een jaar of drie zijn ze opnieuw actief betrokken bij het runnen ervan. Dat doen ze met onnoemelijk veel plezier. Een aantal medewerkers kennen ze al vanaf het prille begin, maar dat geldt ook voor een deel van de klanten. “Sommige gezichten zie ik hier al dertig jaar rondlopen,” beweert Carla. “Het is ook een soort ontmoetingsplek geworden waar ze gezellig kunnen klessebessen met elkaar.”
Is het echtpaar trots op alles wat ze bereikt hebben? Carla: “Trots vind ik een groot woord, maar stiekem ben ik dat natuurlijk wel.” “We zijn te christelijk opgevoed om hardop trots te mogen zijn,” grijnst Bob. “Ik formuleer het liever als volgt: we zijn supertevreden over wat we neergezet hebben en superblij dat hergebruik mede dankzij ons en Het Goed enorm is toegenomen in onze maatschappij.”

Op naar de volgende vijfentwintig jaar!

Deel 1: Hoe het begon …

Wil jij altijd als eerste op de hoogte blijven?
Meld je dan hier aan voor onze nieuwsbrief.